Overbruggen naar een nieuw box 3 stelsel
Van 2023 tot en met 2025 worden de inkomsten uit sparen en beleggen anders berekend dan voorheen. Het inkomen wordt samengesteld uit verschillende rendementspercentages voor bank- en spaartegoeden, voor overige bezittingen en voor schulden.
Voor bank- en spaartegoeden en schulden beweegt het fictieve rendement mee met een maandelijks vast te stellen rente. Voor januari 2023 is het 0,36% op jaarbasis. De aftrekpost voor schulden is nu 2,57% van de schulden. Voor deze categorieën wordt in januari 2024 een definitief percentage vastgesteld uit de maandelijkse rentebepalingen tot en met december. De overige bezittingen worden gezien als beleggingen waarvoor in 2023 6,17% rendement in aanmerking wordt genomen. De vrijstelling in box 3 (het heffingvrije vermogen) is verhoogd van € 50.650 naar € 57.000 per belastingplichtige. Heeft u een fiscale partner, dan hebt u samen dus een vrijstelling van € 114.000. De verhoging van deze vrijstelling werkt niet door naar de diverse inkomens- en vermogensafhankelijke regelingen, zoals de zorg- en kinderopvangtoeslag en de eigen bijdrage aan een zorginstelling. Het box-3-tarief is verhoogd naar 32% en zal met 1% per jaar door stijgen naar 34% in 2025.Vanaf 2026 moet een box-3-stelsel worden ingevoerd waarin de heffing wordt gebaseerd op de werkelijke rendementen van uw vermogen.